Wilde Marjolein

Wilde Marjolein                                
Origanum vulgare
Lipbloemenfamilie
---------------------------------------------------------------
Wilde marjolein (Origanum vulgare) is een kieskeurig plantje, dat nogal wat noten op zijn zang heeft. Het groeit alleen op de kalkrijke, droge bodem van zonnige hellingen en dijken. Marjolein verdraagt geen bemesting of beweiding en overal waar de grond intensief gebruikt wordt, verdwijnt deze plant. Marjolein heeft een lieflijk uiterlijk met zijn dieppaarse schutblaadjes en roze-lila kroon, waar de vier meeldraden sierlijk uitsteken. De geur is sterk, kruidig aromatisch, door de etherische oliën, niet alleen van de bloemen, maar ook van het blad.

Echte marjolein (Origanum majorana), is een nauw verwant familielid. Deze kan onze winters niet overleven en is hier éénjarig, terwijl de wilde marjolein een vaste plant is. Beide soorten hebben hun oorsprong in het Middellandse Zeegebied. De wilde marjolein is, als zovele planten, al duizenden jaren geleden met de landbouwende mens meegekomen. De echte marjolein is veel later als keukenkruid en artsenijplant geïmporteerd. Duidelijk verschil tussen deze soorten is de vijftandige kelk van de wilde marjolein, tegenover de gaafrandige kelk van de echte. Echte marjolein is donziger behaard dan de wilde.

Beide soorten hebben geneeskrachtige eigenschappen. Ze werden voor een niet-te-noemen aantal kwalen toegepast. Origanum wordt nog steeds in hoestdrankjes verwerkt, wegens de kramp-opheffende werking. Het is ook een opwekkend middel, bij zwaar werk kauwde men vroeger op de blaadjes.

Origanum vulgare wordt als specerij oregano genoemd, maar wordt als plant wilde marjolein genoemd. Thymol is de smaakgevende component van de etherische olie. Origanum majorana wordt als specerij meestal majoraan of marjolein genoemd en is minder aromatisch dan oregano. Linaloöl is het voornaamste bestanddeel.
De specerij oregano kan ook geleverd zijn door Origanum onites.

Wilde marjolein is waardplant voor de purperbeer (Rhyparia purpurata) een zeldzaam, fraai geel en oranje gekleurd nachtvlindertje.

De naam ‘Oregano’ is van Griekse oorsprong en betekent ‘sieraad van de berg’. ‘Oros’ = berg, ganos = fraai, sieraad. ‘Vulgare’ = algemeen, gewoon. De Nederlandse namen majoraan en marjolein zijn afgeleid van ‘majorana’. Dit is weer afgeleid van het Griekse ‘amaracus’, waarvan de betekenis ‘bolvormig’ is, naar de vorm van de bloemschermen.

Bloem Lipbloem met drielobbige onderlip, roze tot purperrood, 4 tot 7 mm doorsnede, in dichte, bolvormige schermen, kelk met vijf tanden, paarse schutblaadjes in bloeiwijze. Zie de foto's 2, 3 en 4.
Hoogte 0,30 – 0,60 m.
Bloeitijd Juli – september.
Blad Tegenoverstaand, eirond tot 4 cm lang, gaafrandig, licht behaard met beklierde onderzijde. Zie foto 6.
Stengel Rechtopstaand, vertakt, behaard. Zie foto 5 en 6.
Vruchten Vierzadige splitvrucht.
Overig Overblijvende plant, polvormend.
Standplaats Droge, kalkhoudende bodem.
In Breda Langs spoorlijn, op geluidswallen.
Vergelijk Echte marjolein (Origanum majorana), bergsteentijm (Clinopodium menthifolium).

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda