Klimop
Hedera helix
Klimopfamilie
---------------------------------------------------------------
Ten onrechte wordt klimop er wel van verdacht te parasiteren op de bomen die hij uitzoekt voor zijn klimpartij. Niets is minder waar, klimop is geen parasiet en verstikt niets. De boom of de muur dienen uitsluitend als steiger om omhoog te komen. Alleen als de stengels bestaande gaten of kieren binnengroeien, kunnen ze wel eens als breekijzer fungeren.
De zuignapjes of hechtwortels aan de stengels nemen geen voedingsstoffen op. Als de zuignapjes de grond raken, ontwikkelen ze zich tot wortels. De nieuwe takken gaan dan op zoek naar een geschikte muur of boom om omhoog te komen. Vinden ze die niet dan blijven zij over de grond verder groeien. Er ontstaan dan hele dikke klimoptapijten.
De geslachtsnaam ‘Hedera’ betekend ‘grijpend’. De soortaanduiding ‘helix’ betekent ‘windend’.
Voor veel vogels biedt klimop nestgelegenheid en een plaats om te overnachten. Bosuilen brengen er graag de dag in door. Muizen schuilen er en kruisspinnen weven hun web tussen de takken. Als herfstbloeier is klimop van grote betekenis voor allerlei insecten. Andere bloemen zijn of gaan al ter ziele en de rijke nectarvoorraad van de klimopbloemetjes is dan zeer welkom.
Klimopbladeren en bessen bevatten het zwakgiftige hederine, een vaatvernauwend middel. Voor vogels is het gif blijkbaar onschadelijk want lijsters, spreeuwen en duiven eten in het voorjaar de bessen en zorgen zo voor verspreiding van het zaad. In de oudheid werd klimop al als geneeskrachtig kruid gebruikt. Het hielp tegen ontstekingen. Wie van een lepel eet die uit klimophout gesneden is, heeft nooit meer last van keelontsteking Volgens het volksgeloof genazen de wilde zwijnen hun kwaaltjes met het eten van klimopbladeren. Daarom werd in sommige streken wel klimopblad in de varkenshokken gehangen. Het beschermde meteen tegen betovering en dat was mooi meegenomen.
Bloem | Geelgroene bloempjes in een bolvormig scherm, gegroepeerd in een tros. Deze zitten aan aparte bloeitakken die niet klimmen maar in een boog van de plant afstaan. |
Hoogte | Kan vele meters hoog worden. |
Bloeitijd | September – december. |
Blad | Handvormig met een hartvormige voet, enigszins leerachtig, het blad aan de bloeitakken is eivormig. Zie foto 2. |
Stengel | De binnenzijde van de klimoptakken hebben een matje van harige rankjes, hechtwortels genaamd, die zich aan boom of muur vastklampen. |
Vruchten | Zwarte besvruchten, bevatten hars. Zie foto 3. |
Overig | De bloempjes verspreiden een harsachtige geur. Vaste plant. Klimt omhoog langs muren en bomen, vormt ook kruipende stengels. |
Standplaats | Matig vochtige, matig voedselrijke grond. |
In Breda | Veel in brandgangen en muren die grenzen aan plantsoenen en groenstroken. |
Vergelijk | Niet met andere klimplanten te verwarren. |