Klein glaskruid

Klein glaskruid
Parietaria judaica
Brandnetelfamilie
---------------------------------------------------------------
Klein glaskruid behoort tot de brandnetelfamilie, maar op deze plant is geen enkel brandhaartje te vinden. Toch is het ‘altijd wat’ met deze familie, want de glaskruidsoorten staan bekend om het allergene stuifmeel. In het Engels wordt het wel Asthma Weed genoemd.

Klein glaskruid is een beschermde plant, die zich flink aan het uitbreiden is, vooral in steden.
Hij was van oudsher bekend van oude muren, maar wordt nu steeds vaker aangetroffen in kieren langs zonbeschenen gevels. Het wordt nu een vrij algemene stadsplant, in een droge, warme en stenige omgeving, hoewel ook wel op vochtige plaatsen.
De oorsprong van glaskruid ligt in de landen rond de Middellandse zee. In Nederland ligt de noordoostgrens van het verspreidingsgebied, maar die schuift geleidelijk naar het noorden op. Steden als Leiden, Amsterdam en Zwolle zijn ook al gekoloniseerd.

Dat het een veelzijdige plant met een groot aanpassingsvermogen is, is ook te zien aan de bloeiwijze.
De plant is eenhuizig, maar er kunnen op één plant mannelijke, vrouwelijke én tweeslachtige bloemen voorkomen. Meestal staan er drie of meer bloemen in een kluwen, met een vrouwelijke bloem in het midden. De bloemen zijn zeer klein, slechts enkele millimeters groot en groenwit tot roze van kleur.
De wind zorgt voor de bestuiving. De vruchtjes zijn wat kleverig en worden gemakkelijk meegenomen door mens en dier. Bovendien bevatten ze een ‘mierenbroodje’, waardoor mieren er mee gaan slepen.

Groot en klein glaskruid lijken sprekend op elkaar. Vaak is er niet eens verschil in formaat en zelfs kan klein glaskruid onder bepaalde omstandigheden groter zijn dan grote broer. Breek een stengeltje en u weet de juiste naam – klein glaskruid heeft gevulde stengels, groot glaskruid holle.

De naam glaskruid klinkt breekbaar en dat klopt wel, de stengels zijn broos en breekbaar. Toch heeft de naam een andere oorsprong. De bladeren van glaskruid werden gebruikt om glaswerk te poetsen. Ze bevatten veel zwavel, kalium en salpeterzuur en dat levert blijkbaar een goed glansmiddel op.
Vroeger werden de gedroogde bladeren ook tot geneesmiddel verwerkt en gebruikt bij luchtwegproblemen, blaas- en galstenen en reuma.

De wetenschappelijke geslachtsnaam ‘Parietaria’ betekent ‘wand’ of ‘muur’. De soortaanduiding  ‘judaica’ betekent ‘uit Judea’.

Bloem Mannelijke, vrouwelijke en tweeslachtige bloemen op één plant, 4-slippig bloemdek, groenig wit tot rozerood.
Hoogte 0,10 - 0,40 m.
Bloeitijd Mei – oktober.
Blad Behaard, langwerpig toegespitst, gave rand, 2 - 5 cm lang, verspreide bladstand.
Stengel Gevuld, sterk vertakt, rood, liggend tot opstijgend, rood behaard.
Vruchten Eenzadig dopvruchtje, met nootje van 1 - 1 ½ mm.
Overig Overblijvende plant, met dunne wortelstok, vorstgevoelig.
Standplaats Op oude muren, tussen bestrating, langs gevels, soms onder heggen.
In Breda In binnenstad, wijken Brabantpark en Heusdenhout.
Vergelijk

Groot glaskruid (Parietaria  officinalis) meestal wat forser, maar met holle stengel.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda