Grote teunisbloem

Grote teunisbloem
Oenothera glazioviana
Teunisbloemfamilie
------------------------------------------------------------
Teunisbloemen zijn vrolijk makende bloemen met hun heldergele, bijna lichtgevende kleur. Braakliggende terreinen in de stad zouden er heel wat saaier uitzien zonder teunisbloemen.
Die bloemen gaan overigens vaak pas in de schemering open, want teunisbloemen zijn vooral nachtbloeiers en richten zich op nachtvlinders. De grote teunisbloem verspreidt ’s nachts een citroenachtige geur. Sommigen ruiken wijn. De bloem verwelkt in de ochtend maar ’s avonds gaat weer een nieuwe open en zo bloeit de teunisbloem maanden achterheen.In het najaar blijven teunisbloemen nog lang herkenbaar omdat de stelen rechtop blijven staan met rijen opengeklapte zaaddozen onder elkaar.

Alle teunisbloemen komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Vanaf de 17de eeuw zijn ze hier geïmporteerd. Het merkwaardige feit doet zich voor dat in Europa nu vormen voorkomen die in Amerika niet bestaan, waaronder de grote teunisbloem. Dit heeft te maken met de overdracht van erfelijk materiaal bij teunisbloemen. Daarin is een afwisseling van zelfbestuiving, bastaardering en mutatie. Daardoor blijft het hele complex teunisbloemen in beweging en ontstaan steeds nieuwe vormen.

Teunisbloemen zijn dus van belang voor nachtvlinders, maar de middelste teunisbloem bloeit wat meer overdag en trekt ook dag vlinders en bijen. De zaden worden in de winter graag door vogels gegeten.
Uit de zaden perst men olie die in de cosmetica worden gebruikt en in medicinale huidzalven.

De geslachtsnaam ‘Oenothera’ betekent waarschijnlijk letterlijk vertaald: ‘wilde dierenvanger’. Dit vanwege het geloof dat de plant wilde dieren, met name de ezel, tammer zou maken als men deze de plant zou voeren. Maar er zijn nog een achttal andere verklaringen. De soortaanduiding ‘glazioviana’ komt van Auguste Francois Marie Glaziou, een 19de-eeuwse Franse botanist.
De Nederlandse naam ‘teunisbloem’ komt van de heilige Teun van Padua, omdat de plant begint met bloeien omstreeks de naamdag van deze heilige:13 juni.

Bloem Helder geel, groot, 4 kroonbladen, 4 kelkbladen met rode strepen of later geheel rood. Zie foto 2.
Hoogte 0,50 – 1,50 m.
Bloeitijd Juni – september.
Blad Eirond, lancetvormig. Gezaagd of gaafrandig. Zie foto 4.
Stengel Stevig, met rode knobbels, onvertakt. Zie foto 5.
Vruchten Een doosvrucht. Zie ook foto 3.
Overig Meestal tweejarig, soms meerjarig.
Standplaats Open, droge vaak omgewerkte zandige grond.
In Breda Langs wegen, heggen, vaak en massaal op ruderale terreinen.
Vergelijk Middelste teunisbloem (Oenothera biennis). Deze heeft geen rode, maar groene knobbels op de stengel. Bloemen kleiner. Zandteunisbloem (Oenothera deflexa). Deze heeft de kleinste kroonbladen.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda