Perzikkruid, een heerlijk sappige naam ….. dat klinkt veelbelovend ! Helaas houdt de overeenkomst op bij de rozerode kleur van de bloeiwijze. Het perzikkruid, Persicaria maculosa, is een algemeen voorkomende plant, die behoort tot de duizendknoopfamilie. De “duizend knopen” zijn te vinden op de stengels. Bij elke vertakking en elk blad, is op de stengel een opvallende verdikking te zien, de knoop. Rondom de knoop groeit een tuitvormig, vliezig kokertje, dat eigenlijk uit twee vergroeide steunblaadjes bestaat. Het aantal van duizend is natuurlijk sterk overdreven ! Veelknoop zou eigenlijk een betere naam zijn.
Deze plant bevat kiezelzuur en looistoffen, waardoor hij voor verschillende medische toepassingen werd gebruikt. Ook werden er verfstoffen voor textiel van gemaakt. Er kunnen mooie gele en diepgroene tinten mee worden gemaakt.
Perzikkruid is een éénjarige plant, die van juni tot in de herfst in bloei staat. Hij houdt van omgewoelde, vochtige en voedselrijke grond. Op braakliggende grond kan hij massaal groeien, maar ook in en langs akkers, oevers van sloten en greppels en in schaars begroeide bermen. In een weide of gazon zal hij zelden te vinden zijn.
De bloemetjes, die slechts enkele millimeters groot zijn, staan in een dichte, aarvormige bloeiwijze. Soms bloeit de plant met witte bloemetjes.
De bladeren zijn langwerpig lancetvormig met in het midden meestal een zwarte, halvemaanvormige vlek. Die vlek is niet kenmerkend, er zijn meer duizendknoopsoorten met zo’n vlek.
Meestal zit aan vlekken op bladeren een Jezus of Maria verhaal vast. Witte vlekken zijn dan tranen van Maria en zwarte vlekken bloeddruppels van Jezus. Dat is ook hier het geval. Het perzikkruid werd ook wel Jezusgras genoemd. Of die naam ook in de omgeving van Breda gebruikt werd, is ons niet bekend. Maar misschien weten onze lezers dat wel, of nog andere namen?
C, 20-04-2010