Melganzenvoet
Chenopodium album
Ganzenvoetfamilie
---------------------------------------------------------------
Melganzenvoet zal weinig mensen aanspreken door zijn schoonheid. Het is een van de allergewoonste onkruiden ter wereld. Overal komt het voor, van de subtropische gebieden tot aan de poolstreken. Melganzenvoet verschijnt zodra er ergens een stuk grond op de schop gaat. Er ontwikkelt zich dan een dichte, metershoge ruigte. Het is daarmee een indicator voor verstoring. Als de grond braak blijft liggen, wordt de eenjarige melganzenvoet opgevolgd door overblijvende soorten.
Boeren zien de plant liever gaan dan komen, het is een gevreesd akkeronkruid dat inmiddels voor veel landbouwgif resistent is. Ondergeploegde zaden blijven tientallen jaren kiemkrachtig.
Toch zijn er ook waardevolle eigenschappen te vermelden.De mens heeft melganzenvoet als voedselplant al vroeg ontdekt. Dat valt af te leiden uit de zaden die bij prehistorische paalwoningen gevonden zijn. De zaden werden tot meel vermalen waarvan brood werd gebakken.
De bladeren zijn rijk aan vitamine C, ze werden over heel Europa als spinazie gegeten. Hier en daar gebeurt dat nog steeds.In de alternatieve keuken zijn de verse bladeren bruikbaar in soepen, salades en vleesgerchten.
De term ‘mel’ in melganzenvoet is afgeleid van ‘meel’ en dat slaat op het meelachtige uiterlijk van de bladeren. Het kan ook in verband staan met het gebruik van de gemalen zaden als meel.
De vorm van het blad doet denken aan een ganzenvoet en dat verklaart de tweede helft van de naam. De geslachtsnaam ‘Chenopodium’ betekent eveneens ´ganzenvoet´. De soortaanduiding ‘album’ betekent ‘wit’.
Een flink uitgegroeide plant kan wel tienduizenden zaden voortbrengen. Zangvogels zoals vinken en putters zijn er dol op.
Bloem |
Onooglijke groene bloempjes bestaande uit een bloemdek. Een- of tweeslachtig. De bloempjes staan in kluwens die samen een pluim vormen. |
Hoogte | 0,20 – 1,5 m. |
Bloeitijd | Juli - oktober. |
Blad | Gaafrandig tot heel diep ingesneden, zie foto 2. Onderkant blad meelachtig behaard, zie foto 3. |
Stengel | Rechtopstaand, sterk vertakt, rond. |
Vruchten | Nootjes die één zaadje bevatten. |
Overig | Eenjarig. |
Standplaats | Braakliggende en drooggevallen grond. |
In Breda | Algemeen op sloop- en bouwplaatsen en open bermen. |
Vergelijk | Komt voor samen met stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium) maar is daarvan door de bladvorm te onderscheiden. De bladeren van de stippelganzevoet hebben bovendien een roodachtige rand. |